Pastoor Boekel in 1948 vijfentwintig jaar priester

Dit artikel schreef ik in het jaarboek van 2006 van de historische vereniging Oud Stede Broec

‘Dank voor het Heilig Priesterschap’
Zou iemand nog weten wat een credens is? Het was in 1948 het cadeau van de jongensschool St.. Willibrordus in Bovenkarspel voor pastoor Arie Boekel die zijn vijfentwintigjarig priesterfeest vierde. Volgens het verslagje dat ik als jongetje van twaalf schreef in Contact, het blad van het Katholiek Thuisfront, werd het cadeau, in mooi gebeeldhouwde vorm,  dinsdagochtend  1 juni 1948 door Theo de Jong Szn. aan de jubilaris aangeboden. De Grote Winkler Prins encyclopedie bevestigt wat ik me nog herinner, de credens is een kleine tafel opzij van het altaar, waar de benodigdheden voor de eucharistieviering op staan.

De leerlingen van de meisjesschool en de jongensschool vierden het feest die ochtend in het Vereenigingsgebouw. De meisjes verrasten de pastoor met zes kandelaars, zoals die in rouwdiensten worden gebruikt. De feestdag voor de scholieren was begonnen met om acht uur een plechtige heilige mis. In het Vereenigingsgebouw spraken Piet van der Haar, Koos Zwaanenburg en Marietje Ooteman een zegenwens uit. In de pauze werden de kinderen getracteerd op een eierenkoek, daarna werd de operette ‘Goudmuiltje’ opgevoerd en een priestercantate gezongen. Met twee taaitaaitjes gingen de kinderen, dus ook de jongens van de zevende klas (zie het artikel elders) blij naar huis. Ze waren, aldus Contact, verrukt over de mooie ochtend.

‘Op grandioze wijze’
Hoe zat zo’n feest in elkaar? Marjolein Schaftenaar die de historie van de parochie van de Heilige Martinus ordent en bijhoudt, vond in het Liber Memoriaal waarin onder verantwoordelijkheid van de pastoor de geschiedenis van de parochie wordt opgeschreven, de volgende vermelding: ‘Op zondag 30 mei 1948 en gedurende de gehele feestweek werd het zilveren priesterfeest van den Zeereerwaarde Heer Pastoor A. Boekel op grandioze wijze door de parochianen van Bovenkarspel gevierd. De kerk was op schitterende wijze versierd en de receptie ’s middags van 2 – 4 uur werd zeer druk bezocht. De parochianen hebben hun herder en ‘t priesterschap op voorbeeldige wijze geëerd en gehuldigd. Zie verder naar de feestgids voor het verloop van de feestelijkheden en huldigingsavonden.’

Vervreemding
De feestgids, geschreven door de toenmalige kapelaan  B.J. Drost, geeft je nu, ofschoon je er toen deel van was, een kijkje in een wereld die je je nauwelijks meer voor de geest kunt halen. Maar die je toen doodgewoon vond. Die vervreemding wordt nog sterker doordat de tekst van het feestprogramma geschreven is in een spelling, waarvan ik zeker weet dat wij die in die jaren niet leerden, maar waarvan Drost, waarschijnlijk toen een man van een jaar of veertig, blijkbaar nog geen afscheid had genomen.

De geest van die tijd komt het best tot uitdrukking in citaten uit de feestgids:
‘Wiens medewerking wordt verzocht, verleene deze gaarne, gauw en gratis. Ter eere Gods en uit dankbaarheid voor het Heilig Priesterschap. Denk maar aan wat de H. Pastoor van Ars zei: Laat een parochie vijfentwintig jaar zonder priester en de menschen zullen veranderen in wilde dieren.’

En:
‘De Kerk en omgeving en het Gebouw worden versierd door de Aalsmeersche firma Kragtwijk en van Egmond.  Zij kopen de bloemen op veiling Bloemenlust op Vrijdagmorgen, arriveeren te twaalf uur en werken heel de nacht door, totdat Zaterdag 12 uur het sprookje werkelijkheid zal zijn geworden.’

Intocht
Zaterdag 29 mei begon ’s avonds om zeven uur op het pleintje voor het postkantoor de intocht van de pastoor. Met zijn zuster, een achterneef  en kapelaan Drost zat hij in een ‘statiekaros’. De stoet met gidsen, welpen en verkenners werd natuurlijk begeleid door Crescendo. Daarover meldt de feestgids: ‘Onze harmonie wordt uitgenoodigd, van onder hagelwitte petten en boven keurig gestroomlijnde Zondagsche pakken, met opgepoetste bazuinen en trompetten aan te treden achter haar vaandel, dat steeds meer schuil gaat achter de medaljes.’

De stoet ging via Hoofdstraat, Broekerhavenweg naar Peperstraat en Kolk. Een gedeelte ging daar de provincialeweg op naar het Westeinde van Enkhuizen tot aan de grens van de gemeente Bovenkarspel. De anderen maakten bij de Kolk rechtsomkeer en gingen op ‘het hoek van Padje’ rechtsaf de anderen tegemoet. Zo kon op de grens van Enkhuizen en Bovenkarspel de feestelijke stoet weer een geheel worden, voor de tocht naar de kerk voor het Plechtig Welkomstlof.

‘Aldaar zingen allen het Welkomstlied, dat door de Propagandaclub is uitgedeeld over de banken. Gekomen bij het altaar nemen Familie en Comitéleden hun gereserveerde plaatsen in. De Jubilaris zetelt met de geestelijkheid binnen het Priesterkoor.’ De pastoor kreeg er  het parochiecadeau, een nieuw tabernakel, aangeboden.

Asperges door het middenpad
Op zondag 30 mei waren er ’s ochtends om zes uur, zeven uur en half negen zogenaamde stille missen. Om tien uur was de plechtige hoogmis. Daarover staat in de feestgids onder meer te lezen:
‘Door de groote kerkdeur betreedt de stoet klokslag tien uur het kerkgebouw, in vol ornaat. Kaarsdragers volgen den Wieroker. Dan de Schola Cantorum, de Acolythen, Assistenten en de Celebrant. Het orgel, bespeeld door den organist Piet de Wit, praeludieert “maestoso”. De Asperges heeft plaats door het middenpad, terwijl het volk antwoordt en de Schola voorzingt. Na de Asperges gaan Verkenners naar het Martinus altaar, Gidsen naar Maria altaar (plaatsen met goed zicht!). De wisselende gezangen worden op het priesterkoor gezongen door de Schola onder leiding van Kapelaan Drost. De vaste gezangen worden uitgevoerd onder leiding van den Heer P.Zwaanenburg, op het zangkoor. Gezongen wordt de Mis van Don Licinio Refice “In honorem Sancti Eduardi” voor drie mannenstemmen, ook de Credo. De plechtigheid wordt geleid door Kapelaan Kok als Caeremoniarius. De feestpredikatie houdt Rector J. Kraakman uit Wervershoof.’

Drievoudige Wijsheid
’s Middags was om twee uur de receptie in het Vereenigingsgebouw, waarvan de grote zaal voor de gelegenheid een grote opknapbeurt had ondergaan. Maar daarmee was de feestdag nog niet ten einde. Want:  ‘Nadat de Jubilaris zijn gasten aan een feestdisch heeft vereenigd, waarbij Rector Kraakman als tafelpresident fungeert, begint te 7 uur het Danklof.’ Het feest ging de hele week door met huldigingsavonden op maandag 31 mei, woensdag 2, donderdag 3 en vrijdag 4 juni.  Natuurlijk in het Vereenigingsgebouw. Voor elk van de avonden waren 320 kaarten beschikbaar. Dus moesten plaatsen worden besproken. Elke avond waren er een welkomstlied, welkomstwoord, huldigingsrede, huldigingslied. In de pauze was gelegenheid voor ‘Rooken en Ververschingen’. En na de pauze trad Partobo op met ‘De Drievoudige Wijsheid van Vader Wang’, een historisch Chineesch Christendrama. Onder regie van Frans ’t Hoen speelden Heertje Peerdeman, Jan Kuin, Theo Visser, Andries Raven, Jan Tol, Piet Dekker, Piet Willlebrands en Cees Weel.

Kapelaan Drost besloot de feestgids met: ‘Moge, onder Gods zegen het feest ten volle slagen. Geeft uw belangstelling, uw medewerking en moge God ons mooi weer en een groote vreugde schenken. Laat het een onvergetelijk feest worden voor onze Pastoor en zijn geliefd Bovenkarspel’.

Maar hoe waren de weersomstandigheden, bijvoorbeeld op zondag 30 mei?  Het KNMI rapporteert over het weer van die dag in De Bilt dat de temperatuur met maximaal 13,7 graden meer dan vier graden lager was dan normaal.  En het regende er 4,5 uur. Zaterdag 29 mei bleef  de temperatuur drie graden onder normaal. Maar dat zegt natuurlijk niet alles over het weer in Bovenkarspel.

Met dank aan Marjolein Schaftenaar.

 

Onderwijzer Adriaan de Boo schreef in de jaren vijftig van de twintigste eeuw de geschiedenis van de Sint Martinusparochie. En dus ook over de benoeming op 26 april 1947 van pastoor Linthorst tot pastoor in Hilligersberg.

De Boo: 'In zijn voetspoor treedt hier pastoor Adriaan Boekel. Opbouw en herstel kenmerken de aanvang van dit pastoraat. In november werden twee nieuwe klokken inde lege klokkestoelen der toren gehangen.' De vorige twee klokken waren op 12 en 15 maart 1943 geroofd door de Duitse bezetter, die ze benutten  om er oorlogstuig van te maken.

De Boo kende niet de tekst op de nieuwe klokken. Koster Jan Pennekamp gaf mij die teksten. Op de grootste klok staat: S. Maria et S. Bernadette o.p.n. Dat betekent Heilige Maria en Heilige Bernadette bidt voor ons (ora pro nobis). De tekst vervolgt: Bello Teutonico deportate 1943. Donis paroeciae renovata  1947 Bovenkarspel. De vertaling daarvan is: in de Germaanse oorlog 1943 weggehaald. Door giften van de parochie in 1947 vernieuwd. De klok weegt 1273 kilo, de klepel 39 kilo. De klok heeft een diameter van 123,5 centimeter.

Op de tweede klok staat: A.D. 1947 S. Martinus ora pro nobis. Vivos voco, mortuos planco. Bovenkarspel Anno Domini 1947. De vertaling: Heilige Martinus bid voor ons. Ik roep de levenden (ter kerke) en beween de doden (grafwaarts). Deze Martinusklok weegt 755 kilo, de klepel 28,5 kilo. De diameter van de klok is 104 centimeter. 

De klankdispositie van de twee klokken is e-g (mi-sol). De klokken zijn gegoten door Petit en Fritsen in Aarle-Rixtel. Een woordvoerder van de gieterij zegt dat het om zogenaamde kroonklokken gaat. 

De Boo vervolgt: 'Op 30 mei 1948 vierde de pastoor met grote luisterzijn zilveren priesterfeest. Als parochiecadeau werd aangeboden een nieuwe ommanteling van het tabernakel. De edelsmid Jos Vonk uit Amsterdam beeldde er op uit het Wonder van de H. Stede (Amsterdam) en het bekend maken door een engel aan een schipper die voor Vlissingen schipbreuk dreigde te lijden, van het H.Bloedwonder van Alkmaar; beide afbeeldingen zijn op waarlijk kunstzinnige wijze  uitgevoerd.'

De parochie van Bovenkarspel had een zeer actief thuisfront, een organisatie van vrijwilligers die door middel van het sturen van brieven en pakketjes contact onderhielden met de jongens die als  militair uitgezonden waren naar Nederlands-Indië voor de zogenaamde politionele acties.  Oftewel om te bereiken dat Nederland zijn kolonie (het huidige Indonesië) zou kunnen behouden. Elke maand verscheen het blad 't Contact dat de laatste nieuwtjes uit Bovenkarspel naar de jongens bracht. Het blad werd ook bezorgd bij de gezinnen die het thuisfront financieel ondersteunden.  Het blad publiceerde ook de burgerlijke stand van de gemeente. In het nummer van april 1947 vertelt kapelaan Pas dat pastoor Boekel uit Middelharnis benoemd was in Bovenkarspel. 't Contact publiceerde ook de burgerlijke stand van de parochie: geboorten, overlijdens, huwelijken, jubilea en ingekomen en vertrokken personen. En jawel, op 30 april werd pastoor Boekel ingeschreven, vergezeld door C. Baas en A.M. Baas en dat zullen zijn huishoudsters wel zijn geweest. Het was blijkbaar de gewoonte dat elke pastoor zijn eigen huishoudelijke hulp had.  

(zie elders op de website het artikel  'Thuisfront Bovenkarspel april 1947 en mei 1948' )