De reus van Drunen wankelt

Dit artikel schreef ik in het Brabants Dagblad van zaterdag 29 november 1986.

De reus van DrunenEen reus wankelt. Het Lips-concern in Drunen verkeert in grote problemen. Het ontslag van meer dan 200 werknemers moet de eerste redding brengen. Maar de vraag is of het middel van ontslag niet erger blijkt te zijn dan de kwaal. Want hoeveel vertrouwen hebben de werknemers nog in hun ´leiding´?

Op het hoogtepunt van hun geschiedenis, begin jaren zeventig, telden de bedrijven waar Max Lips in Drunen vlak voor de oorlog de basis voor legde, meer dan 2500 werknemers. Die verdienden het dagelijks brood in de fabriek van scheepsschroeven, in de fabriek waar koperen waterleidingpijp en messing halffabrikaten werden gemaakt en in de aluminium-fabriek. Nu, in het jaar dat de grondvester van het bedrijf kwam te overlijden, zijn de bedrijven van Lips op sterven na dood.  
De aluminiumfabriek kan daarbij buiten beschouwing blijven, want die ging in 1974 als zelfstandige onderneming verder onder de naam Alcoa. De overgebleven bedrijven van Lips zijn Lips United b.v., Lips b.v., LDM b.v. en SLE b.v. Van dit kwartet is Lips United de beheersmaatschappij, die binnenkort haar bedrijfsactiviteiten staakt en slapend verder gaat. De schroevenfabriek Lips b.v. houdt na het ontslag van 65 werknemers nog ongeveer 435 personeelsleden over. Als LDM, verwerker van koper en messing, het beoogde aantal van 140 werknemers aan de kant heeft gezet, blijven er nog ongeveer 160. En SLE, met 14 werknemers fabrikant van supergeleidende draad, gaat over de kop tenzij zich een koper voor het bedrijf meldt.

Mopperend
Onder de werknemers die Lips rond de jaarwisseling loost, zijn er die een dienstverband hadden van bijna 40 jaar. Anderen hebben ruimschoots het zilveren jubileum achter de rug. Van de ene op de andere dag werden ze overbodig geacht. Sommigen kwamen in de week van 10 november op voor de dienst bij LDM die klokslag middernacht begon. Een kwartier later stonden ze buiten met de boodschap dat ze ontslagen zouden worden. Ze kregen twee dagen de tijd om bij te komen van de schrik en werden toen weer op het werk verwacht. En ze kwamen. Weliswaar mopperend en mokkend. En nog onwetend van de precieze ingangsdatum van het ontslag. Maar ze kwamen. Bang. Minder bang voor de onzekere toekomst die hen staat te wachten, dan voor de baas. Want zo zijn de verhoudingen bij de Lips-bedrijven altijd geweest, de baas maakt de dienst uit.

Ondernemingsraad
En de ondernemingsraad dan ?  Die houdt zich koest. Voorzitter Frans Kuypers van de Ondernemingsraad van Lips b.v. wil ons aanvankelijk alleen te woord staan na overleg met of in het bijzijn van de nieuwe directeur Heesterbeek, de man die per 1 juli aantrad om orde op zaken te stellen. Later spreken we Kuypers tòch, samen met zijn secretaris Bult. Ze blijken zich allang neergelegd te hebben bij de gang van zaken. Ze noemen zich niet mede-verantwoordelijk voor de lijst van mensen die ontslagen worden, ofschoon ze er wel mede toe hebben bijgedragen dat namen geschrapt en andere namen ingevuld werden.
Heesterbeek zal die namen een zorg zijn. Hij is  voor de periode van een jaar gedropt door de Nationale Investeringsbank om de Lips-bedrijven gezond te maken. Maar hoevelen van het personeel wisten dat hun bedrijf ziek was? Weinigen. Natuurlijk, het was bekend dat de scheepsschroevenfabriek het moeilijk heeft nu de scheepsbouw slechte tijden beleeft. Maar was niet pas in het najaar van 1984 met luister en met hoopvolle woorden voor de toekomst het vijftigjarig bestaan gevierd?. En had de toenmalige president-directeur J.Romsom niet gesproken van een gezond bedrijf? Romsom blijkt niet alleen  het naadje, maar de hele kous voor zijn personeel verborgen te hebben gehouden.

Advertenties
Bij LDM was het zo mogelijk nog erger. Daar schreef directeur E. van Alphen het personeel begin juli dat het pas begonnen boekjaar 1986-1987 kansen beloofde op een winst die groter was dan die in het jaar 1985-1986. Hij liet niet weten hoeveel de winst in het pas afgesloten boekjaar  was geweest. Wel dat ze een miljoen gulden lager was dan was begroot. Naar verluidt zou LDM in dat jaar een paar honderdduizend gulden schoon overgehouden hebben.
Maar nogmaals, dát vertelde Van Alphen niet. Wel bood hij het perspectief dat LDM in het nieuwe boekjaar een produktie zou kunnen halen van 12.000 ton koperen pijp. En als om dat perspectief te bevestigen begon LDM met advertenties personeel te werven. Die advertentiecampagne zou het bedrijf meer dan 150.000 gulden gekost hebben. En terwijl de inkt van de advertenties nog nat was, kwam het bericht dat er personeel uit moest. Inderhaast moest LDM geschikt bevonden sollicitanten bellen om te vertellen dat ze beter bij hun baas konden blijven. Het bedrijf had ze niet meer nodig.

De reus van Drunen, Lips
Vijftien jaar geleden verdienden 2500 werknemers hun brood onder de rook van de schoorsteen die het westen van Drunen overheerst. Daarvan blijven er - voorlopig -  nog zeshonderd over.  (Foto Martin de Goede)

Pover excuus
Zo gaat LDM met mensen om. Onder de ontslagen personeelsleden zijn er die in hun ontslagbrief moesten lezen dat ze niet op verschillende plaatsen in de produktie ingezet zouden kunnen worden. Sommigen protesteerden daar tegen. Ze werden in het gelijk gesteld. Ze kregen een nieuwe brief, waarin de directie haar excuus aanbood. Maar het ontslag bleef. Zeker dertig personeelsleden die niet ontslagen worden, mochten vernemen dat ze gedegradeerd worden. Bijvoorbeeld van voorman bankwerken naar smelter. Dat voelen ze natuurlijk in de portemonnee. De exacte prijs van zo'n degradatie kennen we niet. Maar een andere functionaris zou straks 300 gulden minder per maand gaan verdienen omdat hij z'n chef-funktie kwijt raakt.

Extraatje
Zo gaat LDM met mensen om. Weinigen durven te protesteren. En de ontslagenen werken voort. Tot 1 januari of zoveel korter of langer als de baas hen nodig heeft. Nee, zeggen ze in Drunen, dan doet Lips b.v. het beter. De mensen die daar hun ontslag aangezegd kregen, werden meteen op non-actief gesteld. Die behoefden niet terug te komen, ofschoon hun ontslag toch niet onmiddellijk inging.
Maar echt beter doet Lips b.v. het natuurlijk niet. Want onder de paraplu van Lips United, de zorgzame moedermaatschappij, bedacht ook Lips b.v. een regeling die het mogelijk moest maken dat de ontslagen mensen van beide bedrijven met een maand extra salaris naar huis konden gaan. De bedrijven zelf hebben daar het geld niet voor. De in dienst blijvende personeelsleden werd gevraagd de komende vier jaar bruto 35 gulden per maand opzij te leggen ten behoeve van dat extraatje voor hun ontslagen collega's. Daarmee zouden ze de 1,1 miljoen gulden opbrengen die de Nationale Investeringsbank bereid was voor te schieten voor dat extra maandsalaris. In de brief waarin dit plan werd gelanceerd deelde de directie mee dat de regeling alleen kon doorgaan als alle overblijvende medewerkers zouden meedoen.

Dreiging
De directie legde in de brief de volgende dreiging: "Mocht echter een bepaalde persoon zich niet akkoord verklaren met dit plan (en daarmee dus te kennen geven geen enkel gevoel van solidariteit te hebben), dan zal het plan geen doorgang kunnen vinden. Dit zal er toe leiden dat er geen uitkering gedaan kan worden aan de ontslagen werknemers." De dreiging kreeg een andere uitwerking dan de directie zich had voorgesteld. Het personeel ontstak in woede. De gelukkigen die mogen blijven, pikten het niet dat de directies die volkomen onverwachts meer dan 200 werknemers op straat gooien, het woord solidariteit op papier durfden te zetten. Er kwam een handtekeningenactie. En de regeling, die de goedkeuring had gekregen van de vakbonden, gaat niet door. Tot teleurstelling natuurlijk van de ontslagenen. Tot teleurstelling ook van de Ondernemingsraden die per brief de roep van de directie om solidariteit bevestigden.
Bij wie blijven de zeshonderd overblijvers in dienst? Bij een scheepsschroevenfabriek die het slecht gaat, maar die misschien toch toekomstkansen heeft. Kuypers van de Ondernemingsraad: "We zijn enthousiast bezig. De banken hebben toegezegd dat ze ons niet laten vallen. En we zijn internationaal toonaangevend op de markt."  En bij LDM waar de Ondernemingsraad al even optimistisch lijkt.  De raad deelde in een brief ter ondersteuning van het plan voor de maandelijkse betaling van bruto 35 gulden, mee dat de toekomst van LDM goed kan zijn.
Het zijn mooie woorden. Vermoedelijk, zoals die van de OR van de scheepsschroevenfabriek, geïnspireerd door 'redder' Heesterbeek. En nagekauwd door directeur Van Alphen. Maar wat mag je daarvan verwachten? Welke waarde mag je hechten aan voorspellingen in een bedrijf waar de directeur in juli zegt te mikken op een jaarproduktie van 12.000 ton koperen pijp in een afdeling die nu dicht gaat? De Ondernemingsraad heeft nog geprobeerd een deel van de koper-afdeling te redden met een voorstel voor een jaarproduktie van hoogstens 4000 ton. Maar de directie liet weten  voor zo'n produktie de financiering niet te kunnen regelen. Van Alphen, de man van de 12.000 in juli, werd de man van nul in november.

Hoge heren
Het personeel van Lips èn van LDM lijkt gelaten en bang zich te roeren. Maar wat moet je, als je ziet dat je collega op straat wordt geknald, zonder dat hem na zijn bijna veertig dienstjaren een afvloeiïngsregeling wordt gepresenteerd? Wat moet je als je vaststelt dat ook leden van de Ondernemingsraden, en uitgerekend de meest strijdbare, op de ontslaglijst staan? Dan hou je je mond. Dan durf je niks te zeggen, bijvoorbeeld omdat je de toekomst van je zoon niet in gevaar wilt brengen. De toekomst van je zoon? "Ja", zegt de man die meer dan een kwart eeuw bij Lips heeft geploeterd, "de toekomst van m'n zoon.  Als ze in de krant lezen  wat ik van mijn ontslag vind, krijg ik een slechte naam en dat is in het nadeel van mijn zoon. Die hoge heren kennen elkaar allemaal. Ze spreken elkaar regelmatig. En ze nemen geen zoon in dienst van een vader die iets ten nadele van zijn werkgever heeft gezegd."

Koelies
Het lijkt onmogelijk dat nog iemand vertrouwen kan hebben in een bedrijf dat hij, want zo zijn de meeste werknemers van de Lips-bedrijven wel, als het zijne is gaan beschouwen. Want kun je nog wel iets positiefs verwachten van een leiding die de ondergang van de bedrijven zo dichtbij heeft gebracht? Een leiding die het personeel, en misschien ook de Ondernemingsraden, als onwetende koelies heeft behandeld? Die nog geen stuiver heeft voor een afvloeiïngsregeling ? Wat kun je verwachten van een bedrijf als LDM dat zijn koperafdeling sluit, en toch verklaart zijn hydraulische pers voor koperen pijpen niet lam te zullen leggen omdat ze voor andere doeleinden gebruikt zou kunnen worden, terwijl iedereen zegt dat dit onmogelijk is? Daar moet wat achter zitten. Dat kan zelfs een onwetend gehouden koelie begrijpen.