Postkantoor Stede Broec toch monument

Dit artikel schreef ik in het Jaarboek 2003 van de historische vereniging 'Oud Stede Broec'. Het  boek verscheen in 2004. De vereniging had/heeft de gewoonte haar jaarboeken een jaar eerder te dateren dan het jaar van verschijnen.

"Postkantoor kan geen monument zijn"

Het duurde wel even voordat de actie voor het behoud van het postkantoor ter sprake kwam. Kan zo'n gebouw een monument zijn ? Jan Haanstra, per 1 januari 2004 geen (waarnemend) burgemeester meer van de gemeente Stede Broec, is resoluut. "Een monument", zegt hij, is een gebouw dat je nergens anders aantreft. Waar van heel ver de mensen naar komen kijken."  Dus vindt hij het postkantoor, omtrent een eeuw geleden symbool van samenwerking tussen Bovenkarspel en Grootebroek, geen monument.  En vanuit die opvatting is wel te begrijpen dat Stede Broec geen gemeentelijke monumentenlijst rijk is, zoals andere gemeenten die wel hebben omdat ze een monumentaal gebouw voor het nageslacht ongerept willen laten. Toch zegt Haanstra wel begrip te hebben voor de roep vanuit de bevolking om het postkantoor te behouden. "Maar laat de mensen dan met een plan komen in plaats van alleen maar te roepen dat het gebouw niet gesloopt mag worden. Als de gemeenschap iets met het gebouw wil, definieer dat dan. Dan kan het gerealiseerd worden."

Een wat statige man, afstandelijk, behoedzaam. Maar niet arrogant. Jan Haanstra is uiterst zelfverzekerd in ons gesprek op de eerste dag van de laatste maand van zijn burgemeestersambt.

Hij was per 1 maart 2002 pensioengerechtigd, maar per dezelfde datum mocht hij als waarnemer nog doorgaan tot de dag waarop Stede Broec, samenvoeging per 1 januari 1979 van de gemeenten Bovenkarspel en Grootebroek, een kwart eeuw zou bestaan. "Als je goed over iets hebt nagedacht, wordt het zeker een succes", zegt hij zonder blikken of blozen.

Postkantoor gemeente Stede Broec

(foto : historische vereniging Oud Stede Broec)


Kwaliteit van leven

Hij herhaalt later nog een paar keer dat goed nadenken alleen maar tot succes kan leiden. Maar is Stede Broec in die vijfentwintig jaar wel een succes geworden? Haanstra kan bijna volledig op het resultaat worden aangesproken, want hij trad aan als burgemeester op 1 mei 1981 en toen stond de nieuwe gemeente nog in de kinderschoenen. Op weg naar volwassenheid is 'het kind' door Haanstra begeleid. Hij zegt even te moeten nadenken over de vraag  naar het succes, over de vraag of en in hoeverre de grotere gemeente de burgers ten goede is gekomen.  "De kwaliteit van het leven is erg toegenomen. Als ik destijds bij mensen kwam die vijftig jaar getrouwd waren zag ik af en toe schrijnende woonomstandigheden. Tien jaar later woonde zo'n echtpaar nog lekker zelfstandig in een nieuwe omgeving, dicht bij het centrum met alle mogelijke voorzieningen. Je hebt als gemeente een bepaalde schaal nodig om de burgers een betere kwaliteit van leven te  kunnen bieden. Die schaal is bereikt door de vorming van Stede Broec, vijfentwintig jaar geleden."

Streekweg

Tot de betere kwaliteit rekent Haanstra zeker het nieuwe centrum dat ontstond daar waar Grootebroek en Bovenkarspel elkaar ontmoeten. Het centrum vergde wel dat de eeuwenoude streekweg, verbinding tussen Hoorn en Enkhuizen, moest worden onderbroken.  Die weg, ooit een modderig pad, was in 1671 een echte straatweg geworden, een klinkerweg, in die tijd voor het platteland een soort wereldwonder. Had dat centrum omwille van de historie niet beter meer naar het noorden verlegd kunnen worden?  "Dan was je in de polder terecht gekomen en dat kun je de mensen niet aandoen. In de polder heb je geen enkele band met de historische kern." Haanstra zegt het met enige verontwaardiging, alsof een oude koe uit de sloot gehaald is.

Afgerekend

De VVD-er Jan Haanstra kwam naar Stede Broec met in zijn bestuurlijke bagage het wethouderschap van Alphen aan den Rijn. Hij was daar betrokken bij de bouw van twee winkelcentra en schrok toen hij in 1981 in Stede Broec bijna huis aan huis het affiche 'Centrum neen' gewaar werd. Al gauw ontdekte hij de betekenis ervan. Zonder de bevolking en de gemeenteraad er goed bij te betrekken had het vorige college van burgemeester en wethouders voor de nieuwe gemeente een hart bedacht met winkels, een bescheiden schouwburgje, een medisch centrum en kantoren. Maar dat was, zegt Haanstra, voor een gemeente met bijna 18.000 inwoners wel erg ambitieus. Té ambitieus. En dus kwam het volk in opstand.  Dat kwam tot uiting in de gemeenteraadsverkiezingen van 1982 die per september van dat jaar leidden tot twee wethouders van Gemeentebelangen en een van het CDA als secondanten van Haanstra. Met de combinatie PvdA-CDA was afgerekend.

Geen verplichtingen

Het centrumplan kwam bij het oud papier terecht en Stede Broec begon opnieuw. Haanstra: "We kochten oude verplichtingen tegenover Amro Projectontwikkeling af voor 300.000 gulden (ongeveer  136.360 euro)  en de gemeenteraad had de handen vrij. Ik heb trouwens een hekel aan verplichtingen jegens een projectontwikkelaar. Je moet altijd werken op basis van vijftig-vijftig. Beide partijen nemen risico. Gelijke monniken, gelijke kappen. Met dat uitgangspunt zijn we toch doorgegaan met Amro. Het was mogelijk geweest met 9000 vierkante meter winkelruimte te beginnen, maar het werd in de eerste fase ongeveer de helft. 'Eerst maar 'ns koike wat het is.' Het was de wens van de gemeenteraad voorrang voor vestiging in het centrum te bieden aan de eigen middenstand. En voor een aanvaardbare prijs. Dat is ook gebeurd. De gemeente nam de kosten van parkeerterreinen en toegangswegen voor haar rekening. Het centrum telt nu 15.000 vierkante meter met alles wat je voor je dagelijkse levensbehoeften maar nodig kunt hebben en met van het begin, in 1985, af aangrenzend het gemeentehuis. En nu ook een prachtige bibliotheek." Haanstra herhaalt graag: "Als je goed hebt nagedacht, heb je succes." En met evenveel graagte relativeert hij zijn eigen aandeel door te wijzen op de doorslaggevende rol van de gemeenteraad. Alsof iemand iets anders zou durven denken.....

Wonen en pendelen

Hoe is het wonen in Stede Broec ooit in plannan van de provincie Streekstad genoemd?  De vroegere gemeenten Grootebroek (met Lutjebroek) en Bovenkarspel (met Broekerhaven) hebben veel eigenheid verloren, veel ook behouden. Van 17.800 in 1979 is het aantal inwoners in de eerste kwarteeuw gegroeid tot 21.200. Veel woningen zijn gebouwd voor mensen van elders, waardoor de gemeente voldeed aan haar groeitaak volgens het door de provincie bedachte Streekplan 1994. Maar sinds een jaar of vijf mag Stede Broec alleen nog bouwen voor de woningbehoefte van de eigen inwoners. Haanstra: "We doen dat in zogenaamde 'inbrei-plannen', het benutten van open ruimten.  De gemeente telt nu 8543 woningen. Voor zover ik het kan bekijken gaan we naar ongeveer 10.000 woningen en dan zal de gemeente tussen de 25.000 en 30.000 inwoners hebben." Maar wonen in Stede Broec, met alle mogelijke voorzieningen, met mooie nieuwe wijken als Rozeboom, Zesstedenpark en Zuidervoert, betekent voor duizenden ook het dagelijks pendelen naar werk.  "In onze gemeente is te weinig werk en het is te eenzijdig. Het meeste werk vind je hier in de zorgsector, winkels, agrarische bedrijfstak, de gemeente. Voor een deel loopt de gemeente elke ochtend leeg. De treinen zijn dan overvol. De Drechterlandseweg/Westfrisiaweg is een grote file. Maar een paar uur later gaat het wel weer. Het zou een zegen zijn  als het verkeer meer gespreid kon worden. Het zou al schelen als de klok van de bloemenveiling Aalsmeer op een ander tijdstip zou draaien." Meer werkgelegenheid zit er voor Steded Broec niet of nauwelijks in.  "De gemeenteraad is groot voorstander van de ontwikkeling van een bedrijvenlocatie aan de A 7, bij Middenmeer."

Trots

Haanstra zegt in Stede Broec veel te hebben om trots op te zijn. Sporthallen, voetbal-complexen, overdekt zwembad, het Streekbos als grootste recreatiegebied van West-Friesland met 40 à 50.000 bezoekers per seizoen. Alle vormen van basis- en voortgezet onderwijs, goede woonzorg voor ouderen, met als topper woonzorgcentrum Rigtershof. Stede Broec, een gemeente om 'u ' tegen te zeggen voor ieder die het verleden kent. De rivaliteit tussen Grootebroek en Bovenkarspel van heel vroeger, de drang om samen te gaan die in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond en die gemakkelijk een eerste aanzet kreeg toen burgemeester J. Stuifbergen van Bovenkarspel ook waarnemend burgemeester van Grootebroek werd. In die periode veranderden beide gemeenten ook voorzichtig van uiterlijk en innerlijk. Als zogenaamde overloopgemeenten bouwden ze woningen voor mensen uit de Randstad. Het eerste begin daarvan was dat Bovenkarspel 36 woningwetwoningen mocht bouwen van het contingent dat aan Amsterdam was toegewezen. Op 4 juli 1968 betrokken de eerste zes Amsterdamse gezinnen hun huis in Bovenkarspel. Zij waren bevoorecht, want voor de 36 'Amsterdamse'  huizen die beschikbaar kwamen hadden zich 425 liefhebbers gemeld.

Nog groter?

De dorpen die Stede Broec vormen hebben veel eigenheid behouden. Veel  ook verloren. Maar over het algemeen treft de buitenstaander, zoals ik er een geworden ben, er een prettig leefklimaat aan, ook dankzij de goede voorzieningen.  Maar tenzij je met de trein komt of naar Broekerhaven met een plezierboot, is Stede Broec moeilijk bereikbaar. Geen busvervoer, dichtslibbende wegen. De bergen werk die wat dit betreft, misschien ook ten gunste van meer werkgelegenheid, nog verzet moeten worden, vergen misschien ooit een grotere gemeente. Haanstra laast zich daar wijselijk niet over uit. Maar hij plaatst voorzichtig vraagtekens als het gaat om de vraag of een gemeente van de grootte van Stede Broec wel profesioneel sterk genoeg bemand kan zijn om taken op het gebied van de veiligheid goed aan te kunnen. "We hebben bijvoorbeeld bij de brandweer maar twee beroepskrachten."

Naschrift: Het oude postkantoor is behouden gebleven, gerestaureerd, verbouwd, vernieuwd, uitgebreid. Het is een alom geprezen multifunctioneel centrum geworden, officieel geopend op 1 september 2012.

Wie er meer over wil lezen en/of zien kan terecht op de website van de gemeente: www.stedebroec.nl.

Op deze website is ook te zien dat Stede Broec een gemeentelijke monumentenlijst heeft met 28 monumenten, met als pronkstuk het postkantoor.

Het is nu 10 juni 2013. Al in april heb ik de gemeente Stede Broec gevraagd hoeveel het gekost heeft om van het postkantoor een gebouw te maken dat voor veel culturele doeleinden geschikt is. Het hoge woord kwam er vandaag uit: de gemeente heeft er 4.710.000 euro voor moeten neertellen.

Wim Klaassen