Boekhouden HBS-A 1959

Het welkom op mijn website vertelt in grote trekken hoe mijn leven tot nu toe (mei 2013) is verlopen. Opmerkelijk is dat ik pas als 23-jarige in 1959 slaagde voor het examen HBS-A. Van 1951 had ik gewerkt, in de avonduren gestudeerd, anderhalf jaar in militaire dienst vertoefd. In het najaar van 1957, een half jaar nadat ik uit dienst was afgezwaaid, begon ik de studie HBS-A aan het particuliere instituut Gesto in Alkmaar. Elke zaterdagmiddag van 13.00 tot 20.30 uur in de schoolbanken. Enkele van de examenopgaven heb ik bewaard. Hier komt een boekhoudopgave.

In de onderstaande gevallen moet worden aangenomen dat de Permanence de  l'Inventaire met maandelijkse resultatenberekening wordt toegepast en dat de dagboeken maandelijks worden gejournaliseerd.

1. Een onderneming heeft destijds een lening van 80.000 gulden afgesloten tegen  4,5 procent per jaar, bij achterafbetaling te voldoen op 30 april en 31 oktober.  Aflossingen hebben niet plaats gevonden. De rentebetalingen vinden steeds per bank plaats.
Welke journaalposten moet de onderneming per 31 januari en per 30 april ten aanzien van de rente van deze lening maken?

2. De voorraden grondstoffen worden in een onderneming geadministreerd tegen vaste verrekenprijzen.
Ten gevolge van een wijziging in de situatie op de inkoopmarkt wordt besloten de vaste verrekenprijs voor de gehele voorraad te verlagen met 3500 gulden.
Journaliseer dit besluit.

3. Een onderneming heeft een van haar pakhuizen onderverhuurd  voor 4500 gulden per jaar, door de huurder bij vooruitbetaling per postgiro te voldoen op 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december. De huurder voldoet steeds aan zijn verplichtingen.
Welke journaalposten moeten uit het diverse-postenboek en het giroboek van de verhuurder worden gemaakt:  a. per 31 mei en b. per 30 juni?

4. Welke journaalposten maakt de huurder van het in 3 bedoelde pakhuis uit zijn diverse-postenboek en zijn giroboek : a. per 30 november en b. per 31 deecember?

5. Per 31 december 1958 bedroeg in een onderneming de goederenvoorraad tegen vaste verrekenprijs 58.000 gulden. De inkoopprijs van deze goederen was 57.150 gulden, de bijbehorende kosten bedroegen 1040 gulden. Met ingang van 1 januari 1959 werd besloten de voorraden te administreren tegen verkoopprijzen.
De verkoopprijs wordt gevonden door de som van de inkoopprijs  en bijbehorende kosten te verhogen met een winstopslag van 10 procent.
Journaliseer dit besluit.