Kostprijsberekening HBS-A 1959

Het welkom op mijn website vertelt in grote trekken hoe mijn leven tot nu toe (mei 2013) is verlopen. Opmerkelijk is dat ik pas als 23-jarige in 1959 slaagde voor het examen HBS-A. Van 1951 had ik gewerkt, in de avonduren gestudeerd, anderhalf jaar in militaire dienst vertoefd. In het najaar van 1957, een half jaar nadat ik uit dienst was afgezwaaid, begon ik de studie HBS-A aan het particuliere instituut Gesto in Alkmaar. Elke zaterdagmiddag van 13.00 tot 20.30 uur in de schoolbanken. Enkele van de examenopgaven heb ik bewaard. Hier komt een opgave kostprijsberekening, onderdeel van het examen Handelswetenschappen, boekhouden en bedrijfshuishoudkunde.

Kostprijs HBS-A 1959

Ten aanzien van de kostprijsberekening in een onderneming, waar slechts één produkt wordt vervaardigd, worden de volgende gegevens verstrekt.
Bij de kostprijscalculatie baseert men zich op de normale bezetting en gaat men uit van de vervangingsprijzen.

Afschrijvingskosten. Op de vervangingsprijzen van de duurzame activa wordt tien procent per jaar afgeschreven.

Huisvestingskosten. In gebruik is een industriehal, waarvan de huur 3000 gulden per jaar bedraagt.

Diverse capaciteitskosten. Deze bedragen 22.400 gulden per jaar.

Grondstoffen. Het standaardgrondstoffenverbruik per 100 eenheden produkt bedraagt 40 eenheden grondstof I, 70 eenheden grondstof II en 10 eenheden grondstof III.

Directe arbeid. Standaardhoeveelheid directe arbeid 600 uren per 100 eenheden produkt.

Overige variabele kosten. Deze bedragen 30 gulden per 100 eenheden produkt. De variabele produktiekosten zijn alle evenredig met de produktie.
De maximale capaciteit bedraagt 6000 eenheden produkt per jaar. De normale capaciteit bedraagt 5000 eenheden produkt per jaar.

A.  Stel, met behulp van vorenstaande en volgende gegevens, de kostprijsberekening per 100 eenheden produkt over het afgelopen jaar samen, gespecificeerd per kostensoort en gegroepeerd naar vaste en variabele kosten.

Afschrijvingskosten.  De machines zijn drie jaar geleden aangeschaft. De aanschaffingsprijs bedroeg 45000 gulden. In het afgelopen jaar was de vervangingsprijs 48000 gulden.

Huisvestingskosten. De huur van gelijkwaardige industrieruimten onderging geen wijziging.

Diverse capaciteitskosten. Deze kwamen in het afgelopen jaar overeen met de vervangingsprijzen.

Grondstoffen. Aan grondstof I werden verbruikt 1775 eenheden, aan grondstof II 3075 eenheden en aan grondstof III 450 eenheden. Alle grondstoffen waren op jaarcontract in voorkoop gekocht voor respectievelijk 20 gulden per eenheid grondstof I,  15 gulden per eenheid grondstof II en 40 gulden per eenheid grondstof III. De vervangingsprijzen bedroegen in het afgelopen jaar respectievelijk 19,85 gulden, 14,95 gulden en 40,35 gulden per eenheid.

Directe arbeid. De prijs van de directe arbeid, inclusief sociale lasten, bedroeg in het afgelopen jaar 3,20 gulden per uur. De vervangingsprijs was eveneens  3,20 gulden per uur. Aan directe lonen werd in het afgelopen jaar betaald 83.900 gulden.

Overige variabele kosten. De werkelijk betaalde prijs en de vervangingsprijs bedroegen 30 gulden per 100 eenheden produkt.

In de hierboven genoemde bedragen is met de rente reeds rekening gehouden. De werkelijke bezetting bedroeg het afgelopen jaar 4400 eenheden produkt.

B. Bereken over het afgelopen jaar:
1. de bezettingsverschillen;
2. de efficiencyverschillen per kostensoort;
3. de prijsverschillen per kostensoort.

In het afgelopen jaar heeft de onderneming, in verband met de opgetreden leegloop, incidentele orders uitgevoerd tegen differentiële kostprijs.

C. Bereken de differentiële kostprijs per eenheid produkt.