Broekerhavenweg 198 politiek omstreden

Onderstaand artikel verscheen in 2002 in het jaarboek van de historische vereniging Oud Stede Broec.

In het besloten deel van de vergadering van de gemeenteraad van Bovenkarspel sprak raadslid Dirk Ligthart, volgens de notulen, op vrijdag 24 juli 1959: "De gemeenteraad is er niet in de eerste plaats om zaken te doen, doch om toe te zien dat de belangen van de gemeentenaren worden gediend en aan de gemeentenaren wordt gegeven wat hun toekomt." Hij voegde daar aan toe dat hij bij de behandeling van het onderwerp dat aan de orde was, meer van de menselijke dan van de zakelijke kant wilde uitgaan.

Dat onderwerp betrof het voorstel van burgemeester en wethouders om voor 25.000 gulden het perceel Broekerhavenweg 198, met kruidenierswinkel en woning, te kopen van Ben Klaassen. De gemeente had het perceel nodig voor de bouw van een brug over de Westerwortelensloot naar het poldergebied, waar volgens het Stedenbouwkundig Bureau Froger te Delft grond voor woningbouw zou kunnen worden verkregen. Het perceel lag ongeveer halverwege de Broekerhavenweg en was mede geschikt voor de bouw van een brug, omdat aan de zuidzijde ervan een tegen de Broekerhavenweg doodlopend slootje lag, een haventje voor schuiten van tuinder Bertus Kamper, Broekerhavenweg 200. En dat haventje kon mooi bij het perceel van Klaassen worden getrokken.

Woonhuis en winkelpand Broekerhavenweg 198
Woonhuis en winkelpand Broekerhavenweg 198. De foto moet van de jaren dertig van de vorige eeuw zijn. Later lag voor het etalageraam een pleintje. Rechts het pand van de familie Maas. Links een klein stukje grond met daaraan aansluitend (niet zichtbaar) het haventje.(Foto familie-archief)

Twijfel
Ofschoon Bovenkarspel een armlastige gemeente was, zou de aankoop een koud kunstje zijn geweest als niet de meerderheid van de gemeenteraad, onder aanvoering van de wethouders Koos Bakker en Piet Bakker, in verhullende bewoordingen twijfel had uitgesproken over de manier waarop burgemeester Jan Elders de onderhandelingen met Klaassen had gevoerd. Uit de stukken voor deze en ook eerdere vergaderingen was duidelijk geworden dat Klaassen voor zijn perceel 50.000 gulden had gevraagd. Maar nadat de burgemeester bij hem op bezoek was geweest, verklaarde Klaassen zich opeens akkoord met de helft daarvan, dus met 25.000 gulden. Hoe was dat te verklaren? Omdat ik Ben Klaassen persoonlijk ken, hij is mijn vader, weet ik dat hij geen gewiekste en harde zakenman was. Eenvoudige burgers als hij, en mijn moeder trouwens ook, hadden ontzag voor de autoriteit van een burgemeester.

Arm wooncomfort
Jan Elders was op de fiets naar Broekerhaven getogen, hij meldde zich in de kruidenierswinkel en bekeek vooral het woonhuis. Hij liet duidelijk blijken het wooncomfort maar armzalig te vinden. En toen hij de zolder had beklommen, viel hij bijna van de trap van verbazing over het aantal bedden dat hij daar aantrof. En over het ontbreken daar van enige wasaccommodatie. Van de kruidenierswinkel die in hoofdzaak door mijn moeder en oudste zuster werd gedreven - vader was postbode - had hij al evenmin een hoge pet op. In de raadsvergadering van 24 juli zei Elders dan ook dat Klaassen met een bedrag van 25.000 gulden behoorlijk zou worden betaald. Een bijkomend aspect noemde hij het dat alle verdere risico van het kruideniersbedrijfje zou worden uitgesloten. Hij lichtte dat volgens de notulen als volgt toe ‘het winkeltje wordt practisch gedreven door de vrouw van Klaassen en wanneer deze eens lange tijd ziek zou worden, dan zouden de revenuen ongetwijfeld aanzienlijk teruglopen.'' Elders noemde het woongerief zeer slecht. Boven is zelfs geen enkel gerief, zei hij. En hij voegde daar aan toe: ‘Het algemene woningpeil stijgt de laatste jaren en deze stijging zal zich in de komende jaren ongetwijfeld doorzetten. De waarde van het soort woningen als die van Klaassen zal dan ook des te sneller dalen.''

Zeshonderd vierkante meter
Het comfort in huize Klaassen was inderdaad niet groot. Een kleine kamer, een iets kleinere keuken met een kelder, een flinke slaapkamer, twee bedsteeën, een trap naar de zolder waar zes kinderen sliepen. Achter de keuken een kleine bijkeuken waarin moeder Klaassen de was deed en waar de tobbe stond voor het zaterdagse bad van het gezin. Het toilet was een zinken emmer in een houten ombouw met houten deksel. Achter de bijkeuken was een toegang naar het pakhuis dat ook een gangetje had naar de winkel. Vóór de winkel was een pleintje, voor het huis (onder hetzelfde dak als de winkel) een grasveldje met een perenboom (winterknarren). Aan de zijkant van het huis, maar vooral er achter lag een flinke lap grond, waardoor de totale oppervlakte van het perceel zeshonderd vierkante meter was. Aan de zuidkant van het perceel lag het haventje en aan de westkant de Westerwortelensloot. Alles bij elkaar was het perceel door grootte en ligging strategisch van belang voor de naar uitbreiding voor woningbouw hunkerende gemeente.

De zeven Klaassen op het havenhekje
De familie Klaassen telde drie dochters en zeven zonen. Op menige zondagochtend zaten de zeven even op het havenhekje, het hekje tussen het trottoir en het haventje. Van links naar rechts Herman, Martien, Wim, Antoon, Ben, Kees en Daan. (Foto familie-archief)

Halve prijs
Dat belang had Klaassen wel degelijk ingezien. Wij spraken daar thuis natuurlijk ook wel over en daarom vonden we dat de gemeente best met 50.000 gulden over de brug zou mogen komen. Maar de burgemeester had meer oog voor de gemeentekas dan voor de positie van vader Klaassen met zijn gezin van tien kinderen, van wie de oudste in die periode 24 en de jongste 10 jaar was. Vader en moeder Klaassen lieten zich overdonderen, toen Elders een koopsom van 25.000 gulden voorstelde. En dus kon Elders aan de wethouders Bakker en Bakker laten weten dat hij een akkoord had bereikt voor de helft van de prijs die Klaassen aanvankelijk had gevraagd. Dat leidde tot het per 9 mei 1959 gedateerde voorstel van het college van B. en W. het perceel Broekerhavenweg 198 te kopen voor 25 mille.

Inkomstenderving
Op 15 mei moest de gemeenteraad zich over de voorgenomen transactie uitspreken. Ofschoon het een voorstel was van het voltallige college, dus inclusief de wethouders, bleek in de besloten raadsvergadering dat de twee wethouders het er toch niet zonder meer mee eens waren. In de korte periode tussen de negende en de vijftiende mei hadden zij zich nader door Klaassen laten informeren. Wethouder Koos Bakker, als accountant de boekhouder van Klaassen, had het wat dat betreft het gemakkelijkst. Hij constateerde dat het gezin Klaassen de winst van de winkel zou missen indien het kruideniersbedrijfje beëindigd zou moeten worden. Maar het gezin zou er financieel nog meer op achteruit gaan, omdat het zijn levensmiddelen straks niet meer voor inkoopprijs uit eigen winkel zou kunnen halen, maar tegen de normale verkoopprijs zou moeten kopen. Het ging dus niet louter om de prijs van het onroerend goed, maar ook om inkomstenderving, waar een vergoeding tegenover zou moeten staan.

Twee berekeningen
Op 15 mei werd het voorstel aangehouden, in de raadsvergadering van 19 juni gebeurde dat opnieuw, nadat Klaassen per brief had laten weten die 25 mille toch wat al te mager te vinden. Klaassen had intussen een specialist van de Katholieke Middenstandsbond laten uitrekenen dat hij voor het onroerend goed en de te verwachten inkomstenderving recht kon doen gelden op een bedrag van 36.800 gulden. De gemeenteraad reageerde daar op 19 juni op met het besluit het Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten eenzelfde soort berekening te laten maken. Op 24 juli 1959 ging tenslotte de kogel door de kerk. Tegenover de bijna 37 mille van de Middenstandsbond stelde het Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een bedrag van 34.600 gulden. In de besloten vergadering deelde burgemeester Elders mee dat hij en de wethouders op 23 juli een gesprek met Klaassen hadden gehad, wat had geresulteerd in de schriftelijke verklaring van Klaassen dat hij akkoord zou gaan met het bedrag van 34.600 gulden. Omdat zij zich over deze brief nog niet hadden kunnen beraden, hielden B. en W. toch nog vast aan hun voorstel van 25.000 gulden. En Elders bracht daarbij in het midden dat betwijfeld kon worden of Gedeputeerde Staten, gezien het verloop van de onderhandelingen met Klaassen, een hoger bedrag dan die 25 mille zouden goedkeuren.

Drie voor, drie tegen
Behalve Dirk Ligthart voerden ook Piet Zwaanenburg, Jan Kroezen, Gerrit Boon, Piet Rood, Ab Mos en Piet Meester het woord. In het spel van vraag en antwoord tekende zich een meerderheid af tegen het voorstel het perceel van Klaassen te kopen voor 25.000 gulden. Wethouder Koos Bakker en de raadsleden Boon, Kroezen, Rood en Zwaanenburg wezen er op dat de gemeenteraad op 17 juni niet voor niets had besloten het Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn oog over de voorgenomen transactie te laten gaan. Dat bureau was met zijn berekening op het, volgens hen, veel redelijker bedrag van 34.600 gulden gekomen. Maar Ab Mos bracht daar tegenin dat het raadplegen van een deskundige niet behoeft te betekenen dat de raad automatisch instemt met de rekensom van die deskundige. Het eind van het lied was dat alleen Mos, Meester en Vok Broersen het bedrag van 25.000 gulden wel genoeg vonden. En dat in het latere openbare deel van de vergadering zij de drie enigen waren die stemden tegen het initiatiefvoorstel van Piet Zwaanenburg het perceel van Klaassen te kopen voor 34.600 gulden.

Brug
Op 19 augustus 1959 gaven Gedeputeerde Staten van Noord-Holland schriftelijk hun goedkeuring aan het raadsbesluit. Maar ze merkten nog wel op dat ze de gang van zaken die tot het raadsbesluit had geleid, vreemd vonden. De gemeenteraad nam die boodschap voor kennisgeving aan in zijn vergadering van 23 oktober. Het pand van Klaassen werd in de eerste helft van 1960 gesloopt, de familie verhuisde op 24 juni van dat jaar naar Hoofdstraat 322 in Bovenkarspel. En in februari 1965 naar Enkhuizen. Voor de bouw van de brug naar de nieuw aan te leggen woonwijk, Plan Zuid geheten, stelde de gemeenteraad op 22 januari 1960 een krediet beschikbaar van 48.275 gulden. In het verlengde van de brug werd de La Reinelaan aangelegd. Ben Klaassen, intussen weduwnaar geworden, kwam in december 1971 weer in Bovenkarspel wonen, in verzorgingshuis Gezinspaviljoen. Hij overleed op 23 juli 1977.

De gegevens voor dit artikel werden verzameld door mijn broer Daan Klaassen, die op 9 april 2001 overleed. Hij werd 66 jaar.</p