Willekeur toezicht Heusden

 

 

 

Deze brief schreef ik in de editie de Langstraat van het Brabants Dagblad 19 juni 2015. 

 

 

Marijke Claus in het Vermeerplantsoen in Drunen heeft een boa (buitengewone opsporingsambtenaar) van de gemeente op bezoek gehad. Ze heeft het aangedurfd om tegen de muur en op de rand van het trottoir plantjes en bloemen neer te zetten om de leefomgeving wat fleur te geven. Maar dat mag niet, zegt de gemeente in haar verantwoordelijkheid voor de gang van het verkeer, per auto, fiets, brommer, scooter, te voet, per rollator, krui- en kinderwagen. Wie zich waar dan ook wil voortbewegen mag niet gehinderd worden. En het tuintje van Marijke is een hindernis, ofschoon niemand er last van schijnt te hebben en kan hebben.  Op zijn/haar gang naar het Vermeerplantsoen, dat eigenlijk geen plantsoen is, moet de ambtenaar een rijke sortering van hindernissen op de trottoirs hebben gezien, auto’s in hun hele of halve omvang, containers met restanten van verbouwingen en nieuwbouw, veel te  breed uitgedijde en slecht onderhouden heggen. Die noodzaken moeders met wandelwagentjes, kinderwagens en ouderen met rollators, maar vaak ook kwieke wandelaars de openbare weg op te gaan.  Maar trouw aan zijn opdracht Marijke de wacht aan te zeggen had de ambtenaar daar geen oog voor.  En dus blijven al die echte hindernissen die velen al jarenlang een doorn in het oog zijn, staan. Ongehinderd. Met dank aan de gemeente die alleen voor Marijke haar gezag laat gelden.

* Het Brabants Dagblad schrijft op 27 juni dat Marijke haar potten en planten mag laten staan, maar over de breedte van één stoeptegel. Wethouder Kees van Bokhoven had zijn ambtszetel verlaten om hoogst persoonlijk de voor de gemeente eigenlijk onaanvaardbare situatie te bekijken. En hij besliste: niet breder dan een stoeptegel. Ik neem aan dat de boa zo nu en dan met de meetlat zal komen 'opsporen'.